Hij werd geboren op 6 oktober 1919 in het Antwerpse Schipperskwartier waar zijn vader een zeemanskroeg uitbaatte. Zijn grootvader was een Zweedse zeeman die zich in Antwerpen had gevestigd. John was de jongste van 17 kinderen. Toen hij 10 jaar was verhuisde zijn familie naar Hoboken. Johns vader speelde viool en zong daarbij, zo leerde ook John muziek spelen. Toen John wat ouder was trok hij al liftend Europa rond, in de jeugdherbergen leerde hij de volksdans en volksmuziek kennen.

Als animator van kindervakanties begon hij zelf liedjes te schrijven. John was jarenlang technisch adviseur voor de kindervakanties van het socialistisch ziekenfonds “De Voorzorg”, waar hij onder meer monitoren opleidde. Hij werkte bij de Nationale Dienst voor de Jeugd, verleende zijn medewerking aan het kinderuurtje op de radio en de televisie, gaf cursussen voor Scouts, Chiro en KSA, doceerde in de sociale school en was zelfs gastdocent aan de UIA. Veel mensen in het Antwerpse, maar ook in het Mechelse, herinneren zich nog dat ze John Lundström als kinderanimator hebben meegemaakt toen ze zelf nog jong waren.

John Lundström was een echte ‘volkszanger’ in ongeveer de meest authentieke betekenis van dat woord. Hij noemde zichzelf een ‘liekeszanger’ en koos niet voor romantische heimatliedjes maar wel voor het recht-voor-de-raap bezingen van wat er in werkelijkheid gebeurde. Zijn teksten en melodieën waren heel eenvoudig en in het Antwerps. John Lundström was een verteller en filosoof die vertolkte wat het gewone volk voelde en dacht. Zijn liedjes bezongen weemoedig het Antwerpen van toen, maar ook de wrange verhalen van de zeelui die in de kroegen hun heimwee en hartzeer uitzongen. En vaak klonk ook zijn overtuigd socialist-zijn door, wanneer hij uitvoer tegen het patronaat, tegen de partijbonzen en tegen de uitbuiting van de kleine man.

John Lundström is ook bekend als de auteur van ‘het snorrenlied’, het lijflied van de Antwerpse snorrenclub, want “ne smoel zonder snor is precies een bloeët gat.”

John Lundström speelde viool, gitaar, piano en fluit. Soms liet hij zich begeleiden door andere muzikanten, zoals door de overleden accordeonist Geert Van den Elsacker en doedelzakspeler Karel De Potter, gitarist Gust Den Aantrekker, Lief Verbeeck op draailier, Bernard Van Lent op accordeon,… Hij bracht een hele verzameling zelfgebouwde instrumentjes mee om aan de aanwezige kinderen uit te delen: bellestokjes, mirlitons, rommelpotten, schudinstrumentjes…. Hij gaf workshops waar kinderen hun eigen instrumentje konden maken. Op de volksmuziekstages in Galmaarden begeleidde John kindersessies en in zijn buitenverblijf in Oelegem kwamen geregeld folkmuzikanten, bijvoorbeeld van ’t Kliekske en van RUM, over de vloer.

John Lundström bracht in de jaren ’70 drie LP’s uit met vooral eigen nummers, uiteraard steeds gezongen in een plat Antwerps dialect. Hij gaf enkele liedbundeltjes uit die hij zelf illustreerde, en schreef naast plakaatliederen ook driekoninigenliederen. Zijn bekendste nummer is wellicht ‘Drij Vrienden’. Van de plakaatliederen was het “Rosalie met den bloeiende vinger”.

John Lundström woonde het laatste gedeelte van zijn leven in Deurne, niet ver van het Echt Antwerps Theater, waar zijn toneelstuk over het Schipperskwartier voor het eerst werd opgevoerd, en van het Volkskundemuseum dat een deel van zijn collectie aan hem heeft gewijd. Hij stierf 20 jaar geleden, op 25 juli 1990, in een ziekenhuis in Merksem, na een moeilijk jaar waarin hij door een hersenbloeding zo goed als volledig verlamd, maar nog wel goed bij zijn verstand was.

In 2010 is John 20 jaar dood en naar aanleiding daarvan verscheen er een dubbele verzamel-CD.

Gelijkaardige berichten